Hoe Daphne Laan ruimte maakt voor vrijheid in denken, doen en voelen

Happyplaces Stories (video)

Marcel Kampman
Happyplaces Stories

--

Daphne Laan fluistert anderen aan tot veranderen. Tijdens haar wereldreis las ze het boek The Google Story. Eén zin in het bijzonder bleef plakken: ‘To make the unthinkable possible’. Wat later zat ze daadwerkelijk met een kop koffie aan tafel bij Google Nederland en een aaneenschakeling van avonturen volgden sindsdien binnen en buiten Google.

Nu richt ze zich met The Board Whisperers op het helpen van founders, executive teams en boards bij hun essentiële vraagstukken en het mogelijk maken van hun visie. De grenzen van het onmogelijke oprekken is het doel, en dat doet ze inmiddels dansend ook voor zichzelf. Waarbij ze hoopt eens met 10.000 mensen dansend een event te openen of sluiten. Dat gaat vast en zeker gebeuren.

Het transcript is licht bewerkt om de leesbaarheid te verbeteren.

Mix

Hoe maak ik ruimte? Ik maak, denk ik, ruimte op verschillende manieren. Het gaat eerst om hoe je ruimte voor jezelf maakt, en dan hoe je maakt voor anderen. Ik denk dat ik dat beide doe. Ik ga eerst even terug naar waar ik geboren ben. Dat is een dorp, het laagst gelegen dorp van Nederland, Nieuwerkerk aan den IJssel. Ik heb een hele warme, liefdevolle, vrolijke jeugd gehad, waarbij ik buiten speelde en in bomen klom. Maar ik besefte ook wel: ‘Hé, volgens mij is er meer op de wereld dan alleen dit dorp.’

Ik heb ouders van gemixte achtergrond. Ik heb een Nederlandse achternaam, maar als je daar een beetje achter gaat kijken ben ik een mix van Nederlands, Indonesisch en Portugees. Er zit zelfs een beetje Chinees bij, van beide kanten. Mijn Nederlandse achternaam komt van mijn vaders kant. Mijn moeder heeft een Portugese achternaam. Ik denk dat ruimte maken bij mij al heel jong is begonnen, omdat ik in dat dorp ook altijd verhalen meekreeg van een ander land, Indonesië. Daar gingen altijd heel veel verhalen over. Mooie verhalen, maar ook wel verdrietige verhalen die met oorlog te maken hadden. Ik ging daar ook op vakantie. Door die achtergrond kreeg ik altijd de vraag: ‘Waar kom jij vandaan?’ Ik ben in Gouda geboren, ik kwam uit Nieuwerkerk aan den IJssel… Daar kwam ik dus gewoon vandaan!

Op een gegeven moment dacht ik wel: ‘Hoe zou het zijn als ik misschien ga waar ik misschien niet echt vandaan kom? Misschien lijk ik daar meer op iedereen daar, zodat ik die vraag niet krijg?’ Daarom ben ik op 19-jarige leeftijd naar Indonesië gegaan, toen ik klaar was met de middelbare school. Ik studeerde inmiddels al; ik had een studie uitgezocht waarbij ik zo snel mogelijk uit het dorp weg kon. Mijn moeder zei toen nog tegen mij: ‘Zou je niet naar Frankrijk willen? Want dan kunnen we je elk weekend opzoeken.’ Toen dacht ik: ‘Nou ja, wat is dat? Natuurlijk niet!’ Ik heb toen via familie een fax gestuurd naar allemaal mensen in Jakarta. Uiteindelijk kreeg ik een fax terug van familie van familie. Dat bleek de managing director te zijn van BBDO, een van de grotere reclamebureaus wereldwijd. Daar kreeg ik een stage aangeboden via een officiële fax, met daarin een bericht dat ik ‘eetgeld’ kreeg, zo noemden ze dat, om naar Jakarta te vliegen. Op dat aanbod ben ik natuurlijk meteen ingegaan.

Het ruimte creëren heeft voor mij te maken met het avontuur aangaan. Over niet blijven zitten waar ik zit, maar over het acteren op het verlangen naar avontuur en vrijheid.

Het ruimte creëren heeft voor mij te maken met het avontuur aangaan. Ik vertel zo even verder wat er in Jakarta gebeurde, en over hoe ik er nu bij zit. Maar ruimte maken gaat voor mij over niet blijven zitten waar ik zit, maar over het acteren op het verlangen naar avontuur en vrijheid. Doordat ik heb dat op zo’n jonge leeftijd al heb gedaan, is het mijn tweede natuur geworden. Ik voel me niet beperkt om datgene te doen wat op dat moment, in het moment, in een jaar, of in het leven ruimte voor me creëert voor vrijheid.

Ruimte voor vrijheid

Ik denk er in mijn achtergrond, die ik net kort toelichtte, ook een belangrijke levensles zit voor mezelf. Mijn is opa krijgsgevangen genomen toen mijn vader zes was. Mijn vader had eigenlijk een jongensboek-jeugd, net als ik. Hij is geboren in Soerabaja. Mijn moeder komt uit Bandung. Daar hadden ze een heel fijne jeugd. Het was in de tijd van Nederlands-Indië. Op een gegeven moment zag mijn vader allemaal Japanners met motoren het schoolplein op rijden. Dat veroorzaakte natuurlijk reuring, want er gebeurde iets wat niet alledaags was. De hoofdmeester kwam toen de klas in en zei: ‘Vandaag hebben jullie geen school meer.’ De kinderen waren aanvankelijk helemaal blij. Ze sprongen op en neer, helemaal euforisch, want ze hoefden niet naar school. Maar het had natuurlijk een heel verdrietige achtergrond: ze hoefden niet meer naar school, omdat het oorlog was.

Mijn vader heeft uiteindelijk twee jaar geen school gehad. De opa van mijn vaders kant zat in het Koninklijke Nederlands Indisch Leger, hij is toen krijgsgevangen genomen. Het gezin van mijn vader is van fort naar fort mee gaan reizen, omdat zij heel erg dichtbij hem wilden zijn. Uiteindelijk kwam er een moment omdat zij nog een gesprek konden voeren met mijn opa. Dat is het laatste moment geweest dat zij elkaar gesproken hebben. Daarna is hij naar Singapore overgebracht en nooit meer teruggekomen. In het leven van mijn vader en mijn oma is dat een onvergetelijk moment geweest. Het zette hun wereld op zijn kop.

Ik moet daar bij vertellen dat ik een heel optimistische en positieve vader heb. Hij had kunnen kiezen om zelf geen kinderen willen vanwege wat hem was overkomen. Of hij had altijd boos kunnen zijn. Zo kun je allemaal dingen verzinnen. Maar hij heeft ervoor gekozen om ons een heel veilig leven te geven. Maar niet alleen een veilig leven waarbij je probeert dat niemand de deur uitwandelt omdat er iets ergs kan gebeuren, maar een veilig leven waarbij de deur altijd open stond. Niet alleen voor ons om ergens heen te gaan, maar de deur stond ook open voor anderen om bij ons te komen eten, te spelen of te logeren. Dat kon altijd.

Hij was ook iemand die echt de ruimte creëerde voor vrijheid in de kleinste zin van het woord, want we zaten in het dorp. Zo kon ik bijvoorbeeld ook, toen ik nog maar zeven was, op zaterdag op de fiets stappen om samen met een vriendinnetje naar Den Haag te fietsen, wat best een grote afstand is voor een zevenjarig kind. Maar dan wisselden we gewoon af. Als de één moe werd, dan gingen we achterop de fiets van mijn vader zitten met van die fietstassen, waar je dan je voeten in kon doen. Heel gezellig. Zo kwamen we dan in Den Haag. Dat was eigenlijk de eerste glimp van avontuur. Zo leerde ik dat er is dus ook iets buiten het dorp was, namelijk de stad. Dat was klein avontuur.

Overal exotisch, overal thuis

Het grotere avontuur kwam door zelf naar Indonesië te gaan. Waar ik verwacht had dat ik daar een soort van in zou blenden, gewoon geruisloos door het leven kon gaan, bleek dat niet zo te zijn. Want ook daar kreeg ik de vraag: ‘Waar kom jij vandaan?’ De grap is dat mensen zeiden: ‘Kom jij uit Hawaï?’ Zelfs in het exotische land was ik exotisch. Ik heb daar een heel avontuurlijke tijd gehad. Ik ben er zes, zeven maanden geweest. Ik kwam iemand tegen, waarmee ik ben gaan rondreizen. Toen had ik ook al bedacht dat ik daarna naar Amerika zou gaan. Dus wat betreft het creëren van ruimte: er is altijd meer ruimte. De ruimte die daar ontstond is dat ik toen mijn ouders vertelde dat ik ook nog ging studeren in Amerika. Ik ben alleen twee weken naar huis gegaan om van koffertje te wisselen. Mijn ouders zijn zo trouw dat ze me in Indonesië hebben opgezocht en vervolgens ook in Amerika. Ondanks de keuzes die ik zelf maakte, kwamen ze altijd wel heel trots meedoen.

Ik heb een jaar gestudeerd aan de Universiteit van Georgia. Misschien dat daar mijn wereldburgerschap is ontstaan, omdat ik merkte dat het me niet uitmaakte waar ik was. Ik voel me overal thuis.

Ik ben een jaar naar Amerika gegaan om eigenlijk daar ook de vraag een beetje te verkennen wat ruimte voor mij betekent. Toen was Amerika nog echt wel ‘the land of dreams’. Zo werd het in ieder geval gepresenteerd. Ik dacht: ‘Hoe waar is dat nou?’ Ik vond het wel interessant om dat zelf te gaan verkennen. Van Indonesië, een land in het oosten waar dingen ‘nog moeten ontwikkelen’, naar een land wat te boek staat als ‘het land van ieders dromen’. Hoe is dat? Ik ging naar een heel interessant deel van Amerika, het diepe zuiden. Ik heb een jaar gestudeerd aan de Universiteit van Georgia. Misschien dat daar mijn wereldburgerschap is ontstaan, omdat ik merkte dat het me niet uitmaakte waar ik was. Ik voel me overal thuis. Ik ben daar met een ander vriendinnetje heen gegaan. Ik had daar een jaar lang de tijd om te leren het niet uitmaakt waar ik ben, want je bouwt overal een soort bestaan op. Dat is natuurlijk een groot privilege, want wie kan een jaar lang nou gewoon doen waar zij zin in heeft?

Ruimte voor het nieuwe

Dat was eigenlijk mijn eerste connectie met ruimte. Als ik dat doorvertaal naar wat ik daarna ben gaan doen, ruimte creëren als vrijheid creëren, is dat op een gegeven moment de rode draad geworden in alles wat ik ben gaan doen. Ik zoek altijd de ruimte voor het nieuwe. Ik studeerde Management van Informatie Technologie als een van de weinige vrouwen. Als bijbaan was ik zonne-energie consultant. Dat was rond het jaar 2000. Dat hield in dat ik in mijn autootje rondreed en zonne-energie projecten evalueerde. Maar ik deed ook bijvoorbeeld onderzoek naar campers en hoe je die ‘of the grid’ zo zelfvoorzienend mogelijk kon krijgen. Ik deel dit omdat het in het jaar 2000 was en niemand daarmee bezig was, terwijl zonne-energie nu normaal is.

Ik zoek altijd de ruimte voor het nieuwe. (…) Ruimte zoeken gaat dus voor mij over het zoeken naar het onbekende.

Daarna ben ik in de telecom sector gaan werken. Ik merkte dat die skill van die verschillende achtergronden ook nog een andere voordeel heeft, en dat is dat ik heel veel mensen bijeen kan brengen rondom iets. Daar kwam ik achter in mijn rol bij T-Mobile. Ik leerde hoe je vanuit een idee iets op een markt brengt wat commercieel succesvol is en waar mensen op zitten te wachten: daar heb je allemaal andere mensen voor nodig. Dan ben je de spin in het web tussen marketing, sales, de techniek.

Op een gegeven moment merkte ik dat ik die techniek zo goed door had, dat ik niet naar de tech-jongens hoefde te lopen, maar dat ik zelf al kon bepalen of iets haalbaar was. Toen dacht ik: ‘Oké, ik moet weg, want ik moet ruimte creëren voor mezelf. Nu zit ik in iets wat ik ken.’ Ruimte zoeken gaat dus voor mij over het zoeken naar het onbekende. Ik ben toen naar de ‘voorkant’ gegaan, marketing, en ben daar mijn man tegengekomen. We besloten om opnieuw ruimte te creëren voor iets nieuws en zegden onze banen op. Ik had het idee dat ik inmiddels best wel een tijd had gewerkt. We hebben allebei, toen we elkaar zo’n drie maanden kenden, de keuze gemaakt om alles op te zeggen en de wereld rond gaan reizen. Van Rusland naar Mongolië, China, Tibet, Nepal, India, Hong Kong, Indonesië, Japan, Australië, Nieuw Zeeland, Chili, Argentinië, Paaseiland en met carnaval in Brazilië geëindigd. Aansluitend zijn we naar Spanje gegaan om te acclimatiseren voordat we weer naar Nederland gingen.

Reisheimwee en het ondenkbare mogelijk maken

Toen ik terugkwam had ik twee inzichten. Op mijn terugreis in het vliegtuig had ik heimwee naar op reis zijn. Blijkbaar is mijn ruimte zo flexibel dat ik heimwee kan hebben naar het niet thuis zijn. Het tweede voort uit een boek dat ik had gelezen, The Google Story. Iedereen kent Google en een van de motto’s die in dat boek worden toegelicht: ‘to make the unthinkable possible’. Dat sprak mij enorm aan.

Toen ik terugkwam werd ik uitgenodigd om bij Google thee te komen drinken. Ze zochten iemand die én management ervaring had én tech ervaring én media ervaring. Ik werd gevraagd als Head of Technology bij Google en dat ben ik gaan doen. Zo ben ik vanuit het reizende leven bij Google beland. Ik zat daar heel erg op mijn plek, omdat Google in die tijd echt de ruimte creëerde voor het nieuwe. Zo’n doel als ‘informatie universeel toegankelijk maken’ en ‘to make the unthinkable possible’, daar hou ik heel erg van. Die setting was echt een setting waarin ik mijn vrijheid, die ik heel erg nodig heb, kon vinden. Bij andere organisaties brak ik altijd de muren af van wat normaal was, zodat ik andere dingen kon doen. Dat hoefde ik bij Google niet te doen. Ik had ruimte en vrijheid en ik ging ook steeds meer internationaal doen.

Maar daar kreeg ik een nieuw besef. Dat was dat ik eigenlijk al heel lang als ‘one of the guys’ had gewerkt. Toen dacht ik: ‘Volgens mij kan ik, en niet alleen ik maar ook vele mensen met mij, meer aan tafel brengen dan we nu doen.’ Ik zat veel bij boards aan tafel om te snappen wat nou de strategie van zo’n bedrijf was, hoe het zich verhield tot wat Google deed, waar de gemene deler zat en hoe je dan tot iets wat gezamenlijk kwam zodat teams daarmee aan de slag konden. Uiteindelijk draagt dat bij aan gezamenlijk iets gaan doen. Dat deed ik best succesvol omdat ik heel resultaatgericht was, en dat super-masculine kon doen. Maar ik dacht, wat ik extern doe heeft heel erg te maken met verbinding leggen en snappen van waar ieders belang zit. Met wat het belang voor iedereen is. De gemene deler. Snappen wat goed is voor het geheel. Als je door hebt wat goed is voor het geheel, snap je ook beter hoe de verschillende partijen bij elkaar kunnen komen. Ik was inmiddels ook de dealmaker van Google met een super groot portfolio. Alle deals van Google Nederland en sommige global deals moesten eerst langs mij en dat deed ik dan, als vrouw. Dat was ook een prettige setting om in te zitten.

Hart leiden, hart volgen

Het experiment wat ik toen aan ben gegaan, want dat is eigenlijk de kern van waarom ik hier naartoe praat, is dat ik extern heel verbindend was en intern moest vertalen naar een soort plan. Mensen snapten niet waar dat succes extern, ook financieel succes in de corporate termen, vandaan kwam. Alsof dat heel onduidelijk was. Voor mij was het heel erg duidelijk. Dat kwam doordat ik altijd op een gegeven moment iedereen van boven tot onder in een organisatie kende. Philips was bijvoorbeeld een van mijn klanten. Daar zat ik zowel in de boardroom maar ook in Eindhoven, als ik naar Philips Lightning ging. Ik kende daar heel veel mensen en ik kon binnen zo’n partij als Philips zeggen wie waar mee bezig was, hoe dat relevant was voor een ander, en op die manier mensen verbinden. Hetzelfde geldt ook voor een partij als KPN. Intern werd dat vertaald naar een rationeel plan, want zonder plan bestaat bij wijze van spreken niet.

Er is meer dan mensen kunnen zien, maar mensen vertrouwen niet op dat wat je niet kunt zien, wat dat daadwerkelijk is. Wat gebeurt er nou als je je hart volgt in alles wat je doet?

Toen dacht ik: ‘Er is meer dan mensen kunnen zien, maar mensen vertrouwen niet op dat wat je niet kunt zien, wat dat daadwerkelijk is.’ Het experiment wat ik ben aangegaan is: wat gebeurt er nou als je je hart volgt in alles wat je doet? Dus ook in die zakelijke context. Waar iedereen, die bij een kleiner of groter bedrijf of groot internationaal complex bedrijf heeft gewerkt, weet en voelt aan wat ‘het jasje’ is dat je aan kunt doen, en waar de grenzen liggen van waar je niet heen moet gaan. Iedereen heeft wel in die meetings gezeten waarbij iedereen weet wat hij moet zeggen. Waar iedereen dat braaf doet, en dan de volgende week weer. Maar datgene wat gehoord wil worden en gezegd moet worden, wordt niet aangestipt. Want dat is de olifant in de kamer.

Wat dat te maken heeft met intuïtie? Alles. Want ik dacht, op het moment dat ik mijn hart volg, dan ga ik alleen maar staan voor die dingen waar ik voor wil staan. Dan kom je ook op de waarden waar je voor wilt staan. Voor mij is heel duidelijk ‘vrijheid’ een van die elementen. Misschien wel omdat mijn opa niet in vrijheid heeft gezeten, iets wat is wat voor mij heel belangrijk is. Maar ook rechtvaardigheid. Want wederom dat verhaal van mijn opa: ik wil dat dingen rechtvaardig zijn. Ik voel het tot in de haarvaten als iets niet rechtvaardig is. Ik kan daar mijn vinger op leggen. Ik hoef er weinig voor te doen om te snappen wanneer iets niet rechtvaardig is. Maar ook andere waarden als joy, zelfexpressie, creativiteit, connectie, waarden die voor mezelf belangrijk zijn. Ik dacht: ‘Ik ga alleen maar voor mijn waarden staan. Ik ga alleen nog maar praten over datgene wat ik zelf leuk vind, en niet meer over die zogenaamde corporate dingen die belangrijk zijn in het moment.’

Ik wil vrijheid in denken, doen en voelen brengen.

Door dat te doen merkte ik twee dingen. Ten eerste, dat achter de angst om dat te doen echt helemaal niks zit. Ten tweede, als je dat gaat doen, gaan er nog meer deuren open dan je zelf kunt voorspellen. Althans, dat werkte in mijn geval zo, maar ik vermoed dat het voor anderen ook zo is. Ik hoefde niet meer na te denken. Omdat ik in tune was met mijn eigen waarden, kwamen die projecten en dingen op mij af. Die vonden mij, in plaats van dat ik daar moeite voor wilde doen. Ik werd eigenlijk nog invloedrijker, in zowel letterlijke en figuurlijke zin, omdat mensen aanvoelden dat wat ik zei heel congruent van binnen en van buiten was. Ik kreeg daar heel veel reacties op. Sommige vrouwen zeiden, redelijk emotioneel: ‘Ik worstel met dat stuk wat in een corporate omgeving soms zo is.’ En, ik werd gevraagd als lead for women bij Google Nederland. Ik ging me bemoeien met thema’s als ‘hoe verbeter je de positie van vrouwen in tech?’ of ‘hoe zorg je voor een inclusievere omgeving?’ Dat deed ik altijd over de as van vrouwen, omdat ik er zelf niet in geloof om mezelf in een hokje te duwen van ‘divers’. Ik ben niet echt ‘divers’, want ik ben gewoon opgegroeid in een dorp in Nederland. Dus ik weet beter, denk ik, dan heel veel anderen hoe het is om in een dorp in Nederland op te groeien, dus heb me nooit verbonden met het diversiteit als thema. Ik vind van mezelf dat ik teveel privilege heb om in die hoek te gaan zitten. Ik heb heel veel gereisd en al die studies gedaan, dus kan ik niet zeggen dat ik geen privileges heb gehad. Ik heb een ander soort privileges dan, denk ik, mensen beseffen. Vanuit mijn privileges wil ik vrijheid in denken, doen en voelen brengen.

Dat brengt me terug naar wat ruimte voor mij betekent en hoe ik ruimte maak. Ik maak ruimte voor mezelf door mezelf de vrijheid te geven. Door het mezelf te gunnen. Door op gevoel datgene te doen, waarvan ik in het moment blij word. En ik merk dat ik met mijn achtergrond mensen kan helpen om dat gevoel van vrijheid, niet alleen in denken, niet alleen in doen, maar ook in voelen, te geven. Daarin neem ik alles mee; mijn familieverhaal, reiservaringen, gewerkt hebben in de tech- en Google-wereld.

Ik maak ruimte voor mezelf door mezelf de vrijheid te geven. Door het mezelf te gunnen. Door op gevoel datgene te doen, waarvan ik in het moment blij word.

Feminien, masculien en sensitief

In mijn zoektocht naar, of dat experiment van, ‘hoe volg je je hart?’, kwam ik er ook achter dat het te maken heeft met feminiene en masculiene eigenschappen. Het is heel gemakkelijk om heel erg, zoals we in de westerse wereld gewend zijn, rationeel dingen te doen. Maar op het moment dat je niet die feminiene kant meeneemt, dan kan het rationeel allemaal wel lijken te kloppen, maar dan is de bedding, de verbinding en de creativiteit er niet. Ik heb gemerkt dat op het moment dat je het aandurft om in verbinding te zijn met jezelf, dus dat feminiene stuk meepakt, er meer mogelijk is.

Ik dacht dat iedereen altijd voelde wat de anderen voelden. Dat bleek helemaal niet zo te zijn.

Ik haal er nog een derde kant bij, namelijk sensitiviteit. Ik kwam er in dat hele experiment achter dat ik eigenlijk enorm sensitief ben. Je weet niet hoe iemand anders zich voelt. Ik dacht altijd dat iedereen hetzelfde voelde. Op een gegeven moment stelde iemand mij de vraag: ‘Hoe gevoelig ben jij op een schaal van 1 tot 10?’ Ik dacht: ‘Hoe gevoelig ben ik op een schaal van 1 tot 10? Ja, ik denk misschien wel 9, denk ik.’ Toen stelde die persoon de vragen als: ‘Hoe uit zich dat?’ Of: ‘Hoe voorkom je dat je moet huilen?’ Een vraag was ook: ‘Wat merken anderen daarvan?’ In antwoordde: ‘Anderen merken daar natuurlijk helemaal niks van, want ik ben one of the guys.’ Ik leerde toen iets. Toen ik thuis kwam stelde diezelfde vraag ook aan mijn man. Ik vroeg: ‘Hoe gevoelig ben ik eigenlijk?’ Mijn man moest een beetje lachen. Hij zei: ‘Ik denk wel 10 of zo? 9 of 10?’ Ik vroeg hem: ‘Jij dan? Hij: ‘6?’. Ik dacht: ‘Serieus, zit daar verschil in?’ Ik dacht dat iedereen altijd voelde wat de anderen voelden. Dat bleek helemaal niet zo te zijn. Sindsdien heb ik dat meegenomen in wat ik doe.

Ruimte is er ook op persoonlijk vlak, door ruimte te geven aan alles wat er is. Dat hele masculiene en feminiene stuk, maar ook te durven voelen. Want op het moment dat je durft te voelen, voel je of iets klopt en dan voel je ook waar het leven jou heen wil bewegen. Als je dat volgt, gaan er echt heel grappige dingen gebeuren. Een paar van die grappige dingen wil ik vertellen, omdat anders het verhaal niet rond is.

Ervaringsleren

Een familievriend schreef voor de krant, het NRC. Die krant lag altijd bij ons, die werd trouw gelezen. Daar stond op een gegeven moment een oproep in, toen ik nog bij Google werkte. Er werd een managing director gezocht voor het Down to Earth Collective. Ik las dat en dacht: ‘Grappig. Zij zoeken daar eigenlijk twee verschillende mensen. Want als je dit vraagt, zijn dat twee verschillende mensen.’ Ik had die zoektocht, of dat experiment, gedaan om te kijken wat er gebeurt als je het rationele met het minder rationele combineert. Daardoor snapte ik precies wat zij vroegen. Maar ze vroegen het net op zo’n manier dat ik dacht dat de verkeerde mensen hierop af gingen komen. Ik heb ze toen gebeld en gezegd dat ik niet echt op zoek was, maar dacht hen wel te kunnen helpen in het proces. Aanvankelijk zeiden ze: ‘Oh, niet nodig, er hebben honderd mensen gereageerd, we komen er wel uit.’ Diezelfde week kreeg ik een telefoontje van hen: ‘We zijn er toch niet uitgekomen, want de filmmaker had geen connectie met die mensen die we hebben laten komen.’ Het Down to Earth Collective is begonnen als een film die bij de klimaattop in Parijs in première is gegaan, in Nederland de langslopende documentaire is geworden en een educatieprijs heeft gewonnen.

Ze vroegen me: ‘Heb je zin om thee met de filmmaker te drinken?’ Dat wilde ik wel. Hij zei op een gegeven moment: ‘Ik heb een droom met deze film. En dat is om een soort van alternatief gaan vormen voor de MBA’s op deze wereld.’ Toen dacht ik: ‘Hé, dat is grappig,’ want ik was inmiddels ook gestart met een executive coaching opleiding. Niet omdat ik coach wilde worden, maar mijn missie werd steeds duidelijker tijdens mijn tijd bij Google. Namelijk dat ik de MT’s in Nederland, of zelfs buiten Nederland, wilde challengen op de status quo. Want ik was ervan overtuigd dat we kunnen verbeteren aan hoe we het hier nu organiseren — dat had ik heel eufemistisch bedacht. Ik dacht: ‘Ik ga in ieder geval dat vinkje bij executive coaching zetten,’ want ik had al veel contacten op board-niveau. Die achtergrond had ik al, maar dacht: ‘Als ik dat vinkje bij executive coaching zet, dan hoeft niemand te vragen waarom ik bij boards langsga.’

Inmiddels zat ik met Rolf Winters, de filmmaker aan tafel, en hij vertelde zijn droom. Ik was toen net voor mijn studie, die master, mijn praktijktheorie aan het opschrijven. Mijn praktijktheorie was gebaseerd op ‘experiential learning’. Rolf vertelde: ‘Ik vind dat bij universiteiten je eigenlijk niks over persoonlijke ontwikkeling krijgt. Dat zou gebaseerd moeten zijn op experiential learning.’ Ik zei: ‘Dat is toevallig.’ Ik klapte mijn laptopje open en zei: ‘Bedoel je zoiets?’ Ik deelde mijn presentatie voor mijn master. Toen was het ijs gebroken, want we hadden een soort gezamenlijke connectie. Dat het helemaal niet ging om die film, maar dat het ging om het gedachtegoed wat groter was. Voor wie de film niet heeft gezien: het gaat over een familie die de wereld rondreist allemaal wisdom keepers op zes continenten interviewt. De film gaat over het in verbinding zijn met jezelf, elkaar, en de wereld om je heen. Al die wisdom keepers zeggen, ondanks dat zij niet verbonden zijn met technologie, wel hetzelfde. Na dat gesprek heb ik besloten om managing director te worden van dat hele clubje. En ik dacht: ‘Ik zit inmiddels 9 jaar bij Google, daarmee ga ik stoppen, want ik wil niet 10 jaar aantikken.’ Ik ben ook als impact investeerde ingestapt bij het Down to Earth Collective, omdat er heel veel komt kijken bij zo’n film de wereld in slingeren. We hebben toen een informeel groepje gevormd om de film heen, met als doel om het een stap verder te krijgen.

Fast forward. Ineens bevonden we ons in de lockdown. Waren we net klaar om de film internationaal uit te brengen, gingen alle bioscopen dicht. Maar we hadden toevallig nog een video gemaakt, over ‘connectedness’. Die video die was ongeveer een week of twee voor de eerste lockdown, tijdens corona gemaakt. Tijdens de lockdown ging die video viral. Opeens waren er in een week zo’n 7.000 views op die video. Wij dachten toen: ‘Misschien is dit een boodschap, laten we kijken. Misschien moet de film er nu juist tijdens lockdown uit, want iedereen zit thuis.’ We hebben toen alles op z’n kop gezet. Ik heb iedereen aan boord gekregen om op een andere manier te kijken naar het geheel en te zeggen: ‘Oké, we laten alle financiële belangen los. We gaan die film pay as you like aanbieden. Ik had een team verzameld om een soort tech back-end te bouwen, en we hebben de film pay as you like aangeboden. Aanvankelijk was er een drempel. Als je tegen een doelgroep van 500.000 mensen zegt: ‘Wil je deze film delen? Hij kost 7 euro.’ Dan gaat iedereen rekenen en denken, om dat vervolgens niet te doen omdat het niet oké voelt. Maar toen we zeiden: ‘Je kunt de film delen. Mensen mogen zelf bepalen of ze wel of niet willen betalen. We hebben er heel veel kosten aan gemaakt, maar we laten even los dat we die terug willen verdienen.’ Toen ging de deur opeens open om te delen. De ambassade van Nederland die in Amerika zat en die van Australië en Oceanië kwamen aan boord en wilden de film vertonen voor hun netwerk in die landen. Vervolgens kwamen er een aantal influencers aan boord die de film ook heel graag wilden delen. Binnen nog geen drie maanden zaten we tegen de miljoen views aan, omdat die film zelf ging reizen. Maar ook omdat we de omgeving hadden gecreëerd, de ruimte, door niet rationeel te kijken wat er moest gebeuren, maar echt te voelen wat de situatie nodig had. Volledig in tune met dat wat de film wil vertellen: een andere stem aan tafel te brengen dan de stemmen die we altijd al horen. Zonder de wereld over te reizen, maar vanuit je luie stoel.

Samen meer brengen

Ik wil nog een anekdote delen. Het project waarover ik net vertelde had heel erg te maken met voelen een aanvoelen. Wat er nodig is en hoe je vervolgens zo’n grote groep samenbrengt, want er waren uiteindelijk heel veel mensen bij betrokken. Hoe krijg je die afgestemd rondom een doel dat groter moet zijn dan ieders eigen belang? Ik merkte dat ik daar blijkbaar een skill voor heb en dat redelijk goed kan.

Tijdens de lockdown zat ik ook in de onderwijscommissie van de VU. Ik moest toen met een mede-commissielid een artikel schrijven, waarvoor we een hotelkamer hadden gehuurd. Daar zijn ben ik met Sonja Wekema in gesprek geraakt en toen op het idee gekomen om The Board Whisperers te starten. Want onze rugzakken waren inmiddels goedgevuld. We vonden elkaar in die missie van ‘de status quo challengen’ en dachten: ‘Is het niet een idee om samen een bedrijf te gaan starten?’ Ik wilde na Google niet meer in dienst van een ander. Daarom heb ik mijn bedrijf House of Wonder als paraplu opgezet voor creatieve projecten. Zo heb ik bijvoorbeeld die managing director rol van de film daaruit gedaan. Toen ik Sonja tegenkwam, zijn we van het een op het andere moment met The Board Whisperers gestart, terwijl we nog nooit met elkaar hadden gewerkt.

Ik heb vervolgens mijn agenda helemaal leeggeveegd en Down to Earth neergezet als een foundation, om het echt dicht te houden bij het doel. Met The Board Whisperers creëren we ook ruimte. Mijn persoonlijke missie van het creëren van ruimte in denken, doen en voelen benaderen wij vanuit ons eigen perspectief. Sonja’s bedrijf heet The Other Perspective, ik heb zoals gezegd, House of Wonder als bedrijf. Met The Board Whisperers, als gezamenlijk kindje, gaan wij tegenwoordig naar boardrooms en executive teams en kijken we wat er nodig is.

Maar in plaats van dat we beginnen met: ‘Wij weten wat er nodig is,’ starten we met een blanco sheet en kijken we wat de behoefte is. Is dat een grote droom? Is dat een grote uitdaging? Daar zit vaak overlap in. We luisteren naar datgene wat niet hardop gezegd wordt. We proberen onder het tapijt vandaan te halen wat er onder het tapijt ligt. Daarmee vertalen we strategie naar geïnspireerde actie, waar mensen ook met hun hart achter kunnen staan. Dat is de ruimte die wij nu pakken en creëren. Als je het hebt over leiderschap, waar veel over wordt gezegd, zeggen wij: ‘Wij zien een wereld voor ons waarbij je niet alleen kijkt naar wat het financiële belang is. Maar een wereld waar bedrijven geleid worden met het hart, door zowel mannen als vrouwen. We zien leiderschap als een kunst. Hoe kun je de kunst of leiderschap menselijker maken, zodat iedereen zichzelf aan tafel kan brengen waarmee ook de creativiteit en alles wat erbij komt kijken komt?’

We zijn organisch gestart. Nu komen er ook heel veel founders blijkbaar op mij af, die ik help met hun founder-transitie. Die ook iets vergelijkbaars hebben als Down to Earth, namelijk een gedachtegoed. De ene keer is dat een social enterprise, zoals bijvoorbeeld boekenplatform YoubBeDo die de overstap naar steward ownership wilden maken. De andere keer een dame die een legacy heeft, een bedrijf en een charity. Daar creëer ik ruimte voor mensen zodat ze afstand kunnen nemen van datgene waarin ze zo vastzitten, zodat er nieuwe dingen kunnen ontstaan. Ik ga dan naast die persoon zitten en kijk dan wat er nodig is. Of help ik een team om echt veel meer vanuit vertrouwen te acteren in plaats van naar boven te kijken. Dergelijke ruimtes creëren wij met wat we doen.

Kom ik toch een beetje terug bij het begin van het verhaal. Daarmee is het natuurlijk nog niet afgelopen. Want we werken nu aan met maken van een nieuwe ruimte. We zijn aan het uitzoeken of we niet een platform kunnen maken voor de jongere generatie. Momenteel werken we op de twee bovenste lagen van organisaties. Maar we merken ook dat er behoefte is bij de jongere generatie om eigenlijk eerder in hun leven in aanraking te komen met een aantal van thema’s die ik eerder heb besproken. Zoals: Hoe tune je dan in? Hoe volg je intuïtie? Hoe kun je feminien en masculien met elkaar combineren? Maar ook wat meer praktisch: Hoe vertaal je een strategie naar geïnspireerde actie? Doel is om in samenwerking met een internationaal groepje een platform neer te zetten waarmee we die jongere generatie na ons komt kunnen helpen.

Dansend in positie

Ik ben steeds meer aan het kijken van wat wil er gebeuren, en merk dat ik dit jaar heel erg bezig ben met het thema moving into position. Het ecosysteem wat we daarmee bouwen, dans ik letterlijk en figuurlijk bij elkaar. Ik merk dat ik heel erg van dansen hou. Dat heb ik altijd gedaan. Ik ben heel veel gaan dansen, om ruimte te creëren voor datgene wat wil ontstaan. Bij Codarts heb ik een week danstherapie gevolgd. En ik ben een week gaan dansen bij danscollectief Humanhood Dance Company in Amsterdam. Ik heb elke dag, twee weken lang, van 9 tot 6 gedanst. Met dat hoofd en hart dat zit het wel snor, maar blijkbaar willen er ook dingen in beweging komen. Ik merk dat meerdere mensen daarmee bezig zijn.

Afgelopen dinsdag zat ik met een vriendin in het bloesempark in Amstelveen in Amsterdam. Die bloesem is er maar een paar dagen per jaar. We kwamen op het idee om mensen uit te nodigen om daarheen te komen om 7 uur ’s ochtends, om vanuit stilte daarna te gaan dansen. We hadden Silent Disco headsets geregeld, 11 in totaal. We hadden een berichtje gestuurd en 11 precies personen kwamen opdraven. Vanuit die 11 personen die er waren, ontstond ook weer van alles. Nu denken we er over na om dat dansen groter neer te zetten. Ik merk dat ik zelf altijd, los van wat ik in mijn werk doe, ruimte creëer voor datgene waar ik zelf blij van word. Zoals mensen bij elkaar brengen op een manier die verwondering oproept. Op een manier die soort van plezier oproept. Maar misschien wel met een serieuze ondertoon, omdat het voor het goede is.

Ik merk dat ik zelf altijd, los van wat ik in mijn werk doe, ruimte creëer voor datgene waar ik zelf blij van word. Zoals mensen bij elkaar brengen op een manier die verwondering oproept. Op een manier die soort van plezier oproept.

Driehoekjes voor tussenruimte

Tijdens de lockdown hebben we Paleis Soestdijk gehuurd. We dachten: ‘Iedereen zit in zijn eentje in zijn kamer. Belachelijk dat we niet naar buiten kunnen.’ We huurden met een groepje mensen Paleis Soestdijk op de Internationale Dag van de Vrede en brachten dromers, doeners en denkers bijeen voor een betere wereld. We maakten driehoekjes, want in een rechte lijn gebeurt niet zo veel, dan kun je alleen heen en weer lopen. Maar in een driehoekje, in het midden, is, zonder mensen in de tussenruimte, ontstaan dingen. Er was een rechter, mensen uit het zakenleven, technologie, kunst, muziek — alles.

We hebben daar een mooi programma neergezet. Met bijvoorbeeld een lichtkunstenaar. Zijn werk hebben we naast de paleisfontein neergezet, samen met een muziek performance waarbij we vanuit stilte mensen, met Silent Disco koptelefoons, in beweging brachten met een danseres. Daar heb ik voor het eerst mijn verhaal verteld. Toen ik opgroeide was ik drukker met in bomen klimmen, waardoor dat oorlogsverhaal van mijn vader toen geen plek kreeg. Dat was meer iets waar ik het niet over had, want ik was meer het type happy-go-lucky. Maar ik besef nu dat het verhaal van mijn vader ook mijn verhaal is. Dat kan ik niet onder een tapijt vegen, net zoals wat ik bij bedrijven doe: iets kan niet onder een tapijt zitten. Zo’n verhaal van mijn vader is mijn familieverhaal, maar maakt ook dat ik kan doen wat ik doe, zoals die ruimte creëren voor die ander. Omdat ik weet wat het is om ruimte te creëren voor mezelf, maar ook vanuit mijn familieverhaal, en hoe het is als je de ruimte niet hebt en de stem niet hebt. Het privilege wat ik nu heb zet ik in om ruimte te creëren voor vrijheid in denken, doen en voelen. Soms door rare dingen te doen, zoals Paleis Soestdijk afhuren, om daarmee ruimte voor anderen te maken om te ervaren: ‘Oh, dat kan dus zomaar! Je kunt dus Paleis Soestdijk huren, en er ontstaat wat.’

We maakten driehoekjes, want in een rechte lijn gebeurt niet zo veel, dan kun je alleen heen en weer lopen. Maar in een driehoekje, in het midden, is, zonder mensen in de tussenruimte, ontstaan dingen.

We sloten die avond af met lichtkunst bij het water en hebben inmiddels een ander wild idee. Waarmee dat wat we daar al een beetje geoefend hebben — en wat bleek te werken, zo’n dag waarbij je kunst, muziek, enzovoort bijeenbrengt — te gieten in een live performance. Waarin we vanuit de stilte en verhaal, mijn verhaal, iets laten ontstaan. Van wat er vanuit muziek gezegd wil worden, met een aantal strijkers en lichtkunst iets neer te zetten. Wat vervolgens transformeert tot een dance track, waarvoor we al een jonge DJ op het oog hebben. Het publiek mag meedansen, waardoor we de grenzen vervagen tussen het zijn van een artiest en publiek.

Eigenlijk wilde ik vroeger kunstacademie doen. Maar heel rationeel, omdat mijn moeder zei dat het wel goed is als je jezelf kunt onderhouden, ben ik International Business gaan studeren. Mijn ouders zijn meer dan 60 jaar getrouwd, dus het was niet dat zij echt een reden hadden om dat te zeggen. Maar ik dacht toen: ‘Later als ik groot ben, dan word ik gewoon kunstenaar.’ Vooral voor de lol. Ik heb het idee dat ik nu daar al ben beland. Dat ik vanuit plezier dingen kan creëren en ik merk dat ik niet gehinderd ben door een ‘officiële opleiding’, omdat ik ook de beperkingen niet zie. Ik verzin wat en dat blijkt steeds te lukken.

Het wilde idee gaat over het herdefiniëren van hoe je kijkt naar een performance. Een soort festival. Wij zijn allemaal publiek, we zijn allemaal een artiest. Daarmee rekken we de grens al op van wat die ruimte is. Stel dat we ook nog een deur open krijgen om een hele serie mini-documentaires te maken met één centrale vraag: ‘Hoe tune jij in?’ Want dat is voor iedereen anders. Ik heb nu het verhaal verteld over hoe ik intune. Ik denk dat er heel veel andere manieren zijn om dat te doen. Die verhalen willen we dan graag ophalen in een korte vorm en dat online delen. Zodat online het festival eigenlijk een deel over leren krijgt, zodat mensen daarmee hun ding kunnen doen. Nou, dit is mijn droom, vanuit plezier. Ik weet niet of dit realistisch wordt, en of die deur opengaat. Als die deur opengaat, dan willen we het graag ook naar andere plekken brengen, zoals Dubai waar de COP wordt gehouden. En naar Davos, maar dan niet waar de oude grijze mannen zitten, maar waar de jonge mensen willen komen. We hebben in Egypte al gekeken hoe dat eigenlijk werkt met de COP. Daar hebben we gemerkt dat er animo is om andere geluiden ter tafel te brengen, dus daar zie ik wel wat in.

Tot slot is het denk ik gewoon het volgen van je joy en je spark, ook als ouder. Zodat ook jouw kinderen ook zien dat je de ruimte kunt pakken om te doen waar je plezier in hebt. Ik ben moeder van twee kinderen, een van 5 en eentje van 11, een dochter en een zoon. Wanneer dat jij daarin voorgaat, geef je ook de ruimte aan anderen om dat te doen. Dan is het een uitnodiging om je hele zelf aan tafel te brengen.

Dus ik denk dat dat een beetje het verhaal is.

Dat is het verhaal.

Thank you for taking the time to read the article and/or watch the video. I hope that you enjoyed it. If you did, don’t forget to hit the clap button (the icon of the hands below or on the left side of your screen) so I know I connected with you. Follow me here on Medium to automagically see new stories pop up on your Medium homepage. Or follow me on LinkedIn, I also share updates and stories there. Thank you for your support!

--

--

Marcel Kampman
Happyplaces Stories

Creates space and matter, and places that matter, in the universe of infinite possibility. Founder of Happykamping & Happyplaces Project, author, sense maker.